Kreidler logo

Kreidlerdatabase - Sloten & Sleutels

Kreidlerdatabase

Kreidler Neimann sleutels

Men kan proberen om bij Rudolf Scheidt het sleutelnummer te weten te komen, maar de kans is groot dat je geen afdoende antwoord krijgt.

Uitsluitend Duitse Kreidler's (vanaf ± 1964) staan volledig geregistreerd.

Ook is het mogelijk bij John Bos een verzoek te doen. Maar….. eigenlijk is het weinig zinvol.
Immers, wie zegt dat het slot nog nooit is vervangen. Stuursloten wisselden vroeger nogal vaak. De kans dat je het passende nummer krijgt is dus klein.
Het enige dat gezegd kan worden is dat zij het sleutelnummer kunnen geven waarmee de Kreidler ‘af fabriek’ was uitgerust.

Het sleutelnummer kun je ook proefondervindelijk proberen vaststellen. De sloten hebben maximaal 5 stiften. Elke inkeping bediend een stift in het slot om zodoende de stiften in de juiste positie te zetten. (1-5 in de tekening)
Alle stiften moeten in de juiste positie staan om het slot te kunnen draaien.

Overigens, contactsloten hebben 3 stiften en gereedschapbakjes hebben 4 stiften.
Ook als je enige sleutels ter beschikking hebt is de kans klein dat je een passende sleutel vind.
Bij contactsloten is die kans veel groter.

  • De eerste inkeping is op 3,4 mm van de sleutelaanslag (A)
  • Tussen de inkepingen (onderling) is een afstand van 2,7 mm

De hoogte van de cijfers in een sleutelcode:

  1. 4,0 mm
  2. 4.5 mm
  3. 5 mm
  4. 5.5 mm
  5. 6 mm

Kreidlerdatabase

Het stiftcilinderslot werd uitgevonden in 1844 en is heden het meest gebruikte cilinderslot. Het slot heeft meestal vijf of zes stiften (cilindrische metalen pinnen van verschillende lengte) die door spiraalveertjes en sluit pinnetjes naar het midden van het slot worden geduwd en de cilinder blokkeren zolang niet de juiste sleutel in het slot wordt gestoken.

Alleen als de juiste sleutel wordt gebruikt (met de juiste hoogte op de plaats van elk pinnetje) worden de pinnetjes precies hoog genoeg geduwd om tot de buitenkant van de cilinder te reiken, waardoor deze kan draaien. Over de gehele lengte loopt ongeveer halverwege het profiel een kleine rand, die ervoor zorgt dat de sleutel pinnetjes niet helemaal omlaag of omhoog kunnen schuiven.

Bij de in Europa meest gangbare Europrofiel cilinder zitten de pinnetjes onder het sleutelgat, terwijl ze bij ronde cilindersloten vaak erboven zitten, zoals bij de tekening rechts te zien is. Achter de profielbaan zit de tuimelaar, die ervoor zorgt dat de slotschuif in of uit kan schuiven wanneer er een sleutel tegen aandrukt en deze wordt gedraaid.