Kreidlerdatabase
Helaas bereikte mij vandaag het droevige nieuws dat 'onze' grote held, Jan de Vries is overleden op 14-01-2021.
ONZE held is niet meer, overleden aan een hartaanval op de sterfdag van zijn geliefde Rommy.
Ik zal ze beiden missen. Ik ben niet gelovig, maar ik hoop dat ze weer samen zijn.
Kreidlerdatabase
Kreidlerdatabase
Kreidlerdatabase
Kreidlerdatabase
Wereldkampioen 1971 én 1973.
Wat echter ook niet onvermeld mag blijven:
In 1975 werd Jan de Vries wederom wereldkampioen, maar nu als monteur van de Kreidler waarmee Angel Nieto Wereldkampioen werd !
Kreidlerdatabase
Op 20 Januari 2006 was het zover, eindelijk had ik het telefoonnummer gevonden waar Jan werkte.
Ik belde hem op zijn werk en vroeg of ik eens langs mocht komen voor een 'interview'.
'Natuurlijk, bel me om een uur of 5 maar even' en ik kreeg z'n telefoonnummer.
Eigenlijk vertrouwde ik het niet. Een wereldkampioen geeft toch niet zomaar z'n privénummer ?
Wel dus, 'Natuurlijk kun je een keer langs komen' klonk het (nog steeds met duidelijk Fries accent)
We hebben toen een afspraak gemaakt voor dezelfde avond 20.00 uur.
Bij hem thuis aangekomen wordt je (heel) hartelijk ontvangen door z'n vrouw Rommy.
Helaas veel te vroeg overleden 😢 (†)
'Kom er in, Jan zit binnen' en even later schudt je de hand van de man waar je sinds 1971 al trots op bent. Geboren te St. Jacob Parochie op 5 januari 1944.
Dé Kreidler rijder die je altijd in gedachten hebt, de wereldkampioen.
En wat blijkt, Jan is gewoon een hele aardige vent die pas, als je echt gaat aandringen, over de tijd van het racen verteld.
Op een gegeven moment was ik klaar met racen en toen hebben we het er thuis eigenlijk nooit meer over gehad. De Kreidler heeft een jaar of vijfentwintig op zolder gestaan, achter de schotten. Ik keek er niet meer naar om. Er werd gewoon niet meer over gesproken en niet meer naar omgekeken en de kinderen wisten het eigenlijk niet.
Wel gek, want toen ik wel racete gingen ze overal mee naar toe. Als de juffrouw in de klas vroeg wat de kinderen gedaan hadden in hun vakantie of weekend was het de ene keer Spanje, de andere keer Zweden, dan weer Duitsland, de juffrouw snapte er niets van en dacht dat de kinderen dat fantaseerden !
Maar wat doet jou vader dan? vroeg de juffrouw in de klas. 'Papa werkt' zeiden de kinderen.' Jan glundert nog een beetje als hij er aan terug denkt. 'De juffrouw dacht dat de kinderen een rijke fantasie hadden' zegt Jan.
Kreidlerdatabase
En Rommy valt hem bij, 'ja want het was natuurlijk gewoon werken. De kinderen gingen op vakantie en Jan ging werken'. Als we aan het werk waren, waren we met zijn vieren, en geen vrouwen erbij.
'Wat heb je in je leven zoal gedaan' vraag ik (nogal stom). 'Nou, ik heb een beetje geracet' komt het er meteen uit.
Een beetje waterige blauwgrijze oogjes glunderen daarmee verradend dat dit niet de eerste keer is dat hij een 'stomme interviewer' te woord moet staan.
'Ik heb natuurlijk lagere school gedaan en daarna Lagere Technische School richting metaalbewerking en ook nog het diploma fijnmetaal. Dat kwam later allemaal goed van pas.
Aangezien ik toen al wist dat ik een eigen motorzaak wilde, heb ik ook het BOVAG patroonsdiploma gehaald en mijn middenstand.
Maar ja, toen kwam het racen ertussen. Ik ben in 1971 en 1973 wereldkampioen geweest, en daarna heb ik een jaar of tien racertjes geprepareerd voor van Veen.
Ik werkte toen ook bij Frank Jager in Leeuwarden, maar dat was eigenlijk niet vol te houden.
Daarna werd ik opgebeld door een kennis, 'Wil jij bedrijfsleider worden in een Carex centrum in Purmerend' was zijn vraag. Nou had ik niets met die smerige uitlaten, maar ook daar heb ik weer een jaar of tien gewerkt..... fantastisch bedrijf was dat, Carex, goed georganiseerd.
Kreidlerdatabase
Dat was heerlijk na de periode Van Veen, want ik hoefde niet meer elke dag door de Coen tunnel.
Ik kon nu gewoon op mijn fiets naar het werk. (en hij bedoelt een echte fiets)
En daarna ben ik bij mijn huidige werkgever terecht gekomen.
Daar zit ik nu alweer veertien jaar.
Jan werkt tegenwoordig bij een familiebedrijf wat machines levert, vooral aan gemeenten, voor het onderhoud van parken en golfbanen. Hij doet daar de winkel, de receptie en het magazijn.
'Nou, zullen we maar eens boven kijken?' en we klimmen de bekende twee trapjes op van een rijtjeshuis.
Op de (verdeelde) zolder aangekomen laat Jan trots een vieze oude houten werkbank zien op het 'werkplaats' gedeelte.
'Dit is de oude werkbank uit de tijd van Van Veen, die is naar alle races over de hele wereld mee geweest. En daar werk ik nog steeds mee !'
Door de handgrepen gingen een paar stangen en vervolgens werd hij in de auto gezet.
In het begin hadden we een Ford Transit, later hadden we een grote Mercedes bus'.
Kreidlerdatabase
En opeens doet hij de deur open van het tweede gedeelte van de zolder, en daar staat ie dan.
Je hebt 'm al zo vaak op het internet gezien, je hebt 'm destijds zien racen (1971) en je hebt er (ontzettend) veel over gehoord.
Maar nu kan je hem echt zien en fotograferen.
Je ziet dat het een lullig klein machientje is en je begrijpt niet hoe dat zo ontzettend hard kan gaan.
Extreem hard ! (leuk artikel)
Kreidlerdatabase
Totdat Jan erop gaat zitten. En wat blijkt, waar nu iedereen wild wordt over verhalen van de Formule 1 van auto's die precies pas worden gemaakt op de berijder en 'stoeltjes' die naar het lichaam worden gemaakt, dat is helemaal niets nieuws.
Blijkbaar was men er ook al achter in 1971, want de machine is speciaal gemaakt voor Jan door Jaap Voskamp.
Kreidlerdatabase
'Er waren er vier, deze, ééntje staat er in het Louwman museum en ééntje had Van Veen, maar die is een paar jaar geleden verkocht, ik geloof naar Spanje' verteld Jan.
(Eentje is onbekend waar deze gebleven is, maar misschien is het deze)
En ondanks dat Jan ouder is geworden, past alles nog precies, de voetsteunen zitten precies op de goede plek, de handle-bars zitten goed en alles, maar dan ook alles is op zijn lichaam gebouwd. Alles klopt.
Ja, op Spa-Francorchamp liep deze over de 205 km/h maar dat werd me te gek, dus heb ik gevraagd om een tandje groter.
'Hij liep 16.000 toeren, om precies te zijn 16.200 toeren'. 'Ja, hij is net weer klaar, een paar weken geleden, na een demonstratie rit was het big-end uitgelopen'.
Ach, het waren mooie tijden, eigenlijk waren er twee teams, het ene met Aalt Toersen en o.a. Jan Smit, die zijn later naar Jamathi gegaan, en ons team, wat bestond uit Jaap Voskamp, die de frames bouwde, Jos Schurgers die het plastic en Polyester deed en Jörg Möller en ik voor de motor.'
Kreidlerdatabase
En WIJ zijn wereldkampioen geworden benadrukt Jan, want zo'n prestatie zet je niet alleen neer' benadrukt Jan bescheiden.
En natuurlijk Van Veen die het geheel bestierde.
Dat vond ik de leukste tijd, het werken met die motortjes, ook de uitlaten, honderden heb ik er gemaakt, proberen en vervolgens weer open snijden en veranderen. Schitterend was dat.
We reden heel Europa door, met een bungalowtent en een Travelsleeper. En de gevechten met Nieto, op een gegeven moment kon hij niet van me winnen en probeerde hij me letterlijk de bocht uit te schoppen '.... ach je moet toch wat bedenken om te winnen... '
En dat is ook typisch Jan, nuchter, zakelijk en inventief.
Kreidlerdatabase
En de kinderen (Jan heeft er drie, 2 meisjes en een jongen, uiteraard Jan de Vries) 'ach, die hebben nooit idee gehad om die richting uit te gaan....
Ja, fietscrossen hebben ze een hele tijd gedaan, en toen gingen we weer heel Europa door net auto en caravan 😉
Mijn zoon heeft nog in de finale in Spanje gereden, mooi resultaat toch.
Lees - kijk ook eens:
Kreidlerdatabase
Kreidlerdatabase
Kreidlerdatabase
Willem Duys, een halve eeuw geleden de Matthijs van Nieuwkerk van zijn tijd, stelde in zijn kerstuitzending van december 1971 aan Jan de Vries de klassieke sportvraag. „U bent de eerste motorwereldkampioen die Nederland ooit heeft gehad. Hoe voelt dat?” De 27-jarige coureur, in een keurig jasje en overhemd met stropdas, lachte verlegen. „Dat is wel prettig natuurlijk.” De Vries was geen man van grote woorden.
Duys vroeg hem om even op zijn ‘machientje’ te stappen, zoals de tv-presentator de 50 cc Van Veen Kreidler noemde waarop de tengere coureur in de zomer van dat jaar Nederlandse sportgeschiedenis had geschreven. Hij vouwde zich op achter het kuipje van zijn Kreidler en mocht in de studio nog even laten horen hoe zijn motor klonk. Het was een periode waarin De Vries ook buiten circuits in de schijnwerpers stond, bijvoorbeeld als nummer twee achter Ard Schenk bij de verkiezing van de Sportman van het Jaar.
Zondagavond werd bekend dat Nederlands eerste wereldkampioen in een snelheidssport vorige week donderdag aan een acute hartstilstand is overleden, in zijn woonplaats Purmerend, 77 jaar oud – op de dag af twee jaar na de dood van zijn echtgenote.
Alleen zijspancoureur Egbert Streuer werd vaker wereldkampioen: midden jaren 80 driemaal. Van alle Nederlandse motorcoureurs behaalde De Vries de meeste overwinningen in Grote Prijzen, in de jaren waarin er aanzienlijk minder races op de kalender stonden dan nu. Vrijwel allemaal in een gedegen stijl, zonder spectaculaire acties. Van 1968 tot en met ’73 won hij 14 van de 36 Grands Prix waarin hij van start ging: 27 keer stond hij op het podium. Uitsluitend in de 50 cc, de (lichtste) klasse waarin van 1962 tot en met 1983 wereldkampioenschappen werden gehouden.
Na de lagere school volgde De Vries (Sint Jacobiparochie, 5 januari 1944) de lagere technische school (motorvoertuigentechniek), om daarna aan de slag te gaan bij een motorzaak in Leeuwarden. Hij behaalde met het oog op een eigen zaak de benodigde diploma’s, maar van een eigen zaak kwam het niet. Aanvankelijk reed hij grasbaanraces, een in Nederland vooral in het noorden populaire tak van motorsport. In het voorjaar van 1965 zette de 21-jarige De Vries een belangrijke stap naar het wegracen nadat zijn oog was gevallen op een advertentie in een motorblad waarin een talentenjacht op Zandvoort werd aangekondigd. De West-Duitse fabrikant Kreidler was gestopt met racen in de 50 cc-klasse en daarom had de Amsterdamse Kreidler-importeur Henk van Veen besloten een raceteam op te zetten: hij zocht jonge coureurs die ook technisch in staat waren zijn Van Veen Kreidlers door te ontwikkelen.
In de documentaire De geschiedenis van de 50 cc die RTV Drenthe in 2009 maakte, vertelde Van Veen waar hij die dag in Zandvoort op lette: „Hoe zit zo’n knaap in de stroomlijn, hoe komt-ie d’r uit in een bocht, hoe accelereert ie, wanneer schakelt-ie terug voor een bocht – of helemaal niet, remt-ie alleen maar… Alle fouten en voordelen hebben we in puntenwaarderingen omgezet en toen kwamen er twee jongens uit: Jan de Vries en Aalt Toersen.”
Van Veen nam beide oud-50 cc-grasbaanracers in dienst. Voor De Vries kwam naar eigen zeggen een jongensdroom uit. In zijn eerste race, in de straten van Tubbergen, ging hij als tweede over de finish, achter Toersen. Hun ‘fabrieksracers’ zouden op de race-afdeling aan de Haarlemmerweg in Amsterdam steeds meer naar eigen Nederlandse smaak worden getuned en omgebouwd, later nog met hulp van een Duitse ingenieur, tot luchtgekoelde motorfietsen met een 50 cc-krachtbron waaruit een maximale hoeveelheid paardenkrachten getoverd zou worden.
In 1968, een jaar nadat hij met zijn vriendin Rommy Visser uit Woudsend was getrouwd en met wie hij een zoon en twee dochters zou krijgen, debuteerde De Vries in een internationale race: de TT in Assen. Hij behaalde een knappe vierde plek maar zou er daarna in de vijf optredens voor eigen publiek in Assen niet één keer in slagen naar de overwinning te rijden. De tweede plek – drie keer – was het hoogst haalbare, onder meer in het eerste volledige internationale seizoen van De Vries en Toersen, in 1969.
Toersen, die zich ondergewaardeerd voelde, ook financieel, vertrok na enkele jaren bij Kreidler en zo was De Vries daar opeens de enige kampioenskandidaat in de ‘borrelglasklasse’, zoals de 50 cc vanwege de omvang van de zuiger in de ééncylinders ook wel werd genoemd.
In het nieuwe seizoen 1970 behaalde De Vries in september zijn eerste overwinning in een internationale race, in de Grote Prijs der Naties, op Monza. Hoewel de Spanjaard Angel Nieto in die 50 cc-race viel behaalde hij op Monza zijn tweede wereldtitel, omdat zijn belangrijkste concurrent Toersen, nu op een (Nederlandse) Jamathi, ook ten val was gekomen. Overigens kwamen ook in de jaren 60 en 70 net als in de Formule 1 veel motorcoureurs in Grote Prijzen om het leven, maar in de 50 cc bleven ongelukken mede door de betrekkelijk lage snelheden meestal zonder ernstige gevolgen. De valpartijen van de Vries waren op de vingers van één hand te tellen. Hij brak nooit iets.
In 1971 legde De Vries de basis voor zijn wereldtitel met een overwinning (met overmacht) in Salzburg, won vervolgens op Hockenheim en Spa-Francorchamps, en besliste de strijd met Nieto in de laatste race, in het hol van de leeuw. Psychologische oorlogvoering vanuit het Spaanse kamp liet hem koud. „Als ik in bed lag, was ik de moeilijke bochten aan het repeteren”, zei hij in een interview met de Leeuwarder Courant. „Ik kende het circuit uit m’n hoofd: dat gaf vertrouwen.”
In die beslissende race kwam Nieto bij zijn pogingen om De Vries bij te houden ten val en zo reed de Nederlander onbedreigd naar de overwinning, met een voorsprong van 50 seconden op de nummer twee. Nieto was voor eigen publiek onttroond en Nederland had er een sportheld bij.
Die wereldtitel was tevens de bekroning van een race-project dat in 1965 was begonnen. De Kreidler-bromfietsen vlogen in Nederland intussen over de toonbank, en werden net als Zündapps en de Yamaha’s opgevoerd tot machines waarmee vooral oudere tieners in de jaren 70 met snelheden ver boven de toegestane 50 kilometer per uur naar school of werk reden.
In 1972 eindigen De Vries en Nieto gelijk in de WK-stand: ieder wonnen ze drie races en ze werden ieder drie keer tweede. De opgetelde eindtijden waren beslissend voor de titel, in het voordeel van de Spanjaard. Daarna lag de weg naar de tweede wereldtitel van De Vries open, omdat Nieto’s team Derbi er (tijdelijk) mee stopte en de coureur twee seizoenen uitsluitend in de 125 cc zou rijden. „Er was wel erg weinig concurrentie”, zei De Vries in 2009 in de documentaire van RTV Drenthe.
De Vries besloot te stoppen met racen. Aan een buitenlands avontuur of een zwaardere raceklasse had hij geen behoefte. „Ik had het wel gezien, eerlijk gezegd”, zei hij in 2009. Hij werd monteur en tuner bij Kreidler en begeleidde in die hoedanigheid zijn opvolger Henk van Kessel in 1974 naar de wereldtitel – ook een makkie in een deelnemersveld waar Nieto voor het tweede achtereenvolgende jaar ontbrak.
Na die wereldtitel in 1974 trok Kreidler-importeur Van Veen zich terug uit de racerij en keerde Nieto terug in de 50 cc, op een Kreidler. De man die dat seizoen zijn motor afstelde: Jan de Vries. In een interview zou de Nederlander over die opmerkelijke alliantie met zijn vroegere rivaal zeggen dat ‘Angel’ aanvankelijk wat wantrouwend op diens hulp reageerde: „Maar ik zei: ‘Ik ben een Fries, ik beduvel nooit iemand’.” En zo werden Nieto en De Vries nog vrienden.
Na zijn succesvolle carrière stond de kampioensmotor van De Vries zo’n 25 jaar op zolder, „achter de schotten”, vertelde hij aan de Leeuwarder Courant. „Ik keek er niet meer naar om.” Uiteindelijk zou hij op zijn Kreidler, „het vierde kindje in m’n gezin”, nog regelmatig aan de start verschijnen van historische races.
Vorig jaar juni draaide Jan de Vries voor het laatst de gashendel van zijn Kreidler open. Op het circuit in Assen, op de dag dat de vanwege corona afgelaste TT zou worden gehouden, reden Wil Hartog – TT-winnaar in 1977 in de 500 cc – en hij nog een paar rondjes op hun oude motoren. Na afloop poserend voor de fotograaf, tegenover de lege hoofdtribune, stond De Vries erbij zoals op het podium in Jarama in 1973 na zijn laatste race, als de nieuwe wereldkampioen. In de rode race-overall die hem na al die jaren nog steeds paste. Met daarop in blokletters Kreidler – net als in Spanje destijds de rits geopend tussen de I en de D – het merk waarmee hij geschiedenis schreef.
Kreidlerdatabase
Jan de Vries krijgt in de begin tachtiger jaren de opdracht van Henk van Veen om de Van Veen Kreidler racer uit 1973 na te bouwen.
De Vries wil de racer identiek nabouwen met bestaande onderdelen uit de Van Veen Renstal, zoals de Vries ook bereden heeft tijdens de laatste Grand Prix 50cc op het circuit van Jarama op 23 september 1973.
Maar Jan de Vries komt nu na al die jaren met het volgende bijzondere verhaal naar buiten, wat hij eigenlijk nooit gedurfd heeft, maar nu wel de tijd voor rijp vindt.
Enkele dagen na de laatste GP overwinning van Jan de Vries in Jarama komt Henk van Veen naar Jan toe met de mededeling dat Yamaha het blok heeft gekocht waarmee Jan voor het laatst heeft gereden in Jarama en wil deze spoedig op de proefbank hebben.
’s Avonds komen er vier vertegenwoordigers van Yamaha bij Van Veen Import en bekijken het motorblok met verdere onderdelen grondig.
Dezelfde personen van Yamaha hebben in Madrid al vele foto’s gemaakt van het motorblok, cilinder en uitlaat. Evenals de nummers op het blok en cilinder genoteerd.
Deze personen van Yamaha nemen nog dezelfde avond het complete blok, cilinder en uitlaat mee.
Jan moet dit uiterst geheim houden van Henk van Veen, maar na bijna vijftig jaar moet dat wel gezegd kunnen worden.
Ferry Brouwer zegt altijd dat wij een Kreidler cilinder hebben nagebouwd op basis van een Yamaha 250cc viercilinder en dat is ook zo, aldus Jan.
Dit gebeurde dus allemaal vlak na de laatste Grand Prix in Jarama op 23 september 1973.
(Tekst Marcel Hermans)
Kreidlerdatabase
Jan de Vries kwam ook wel op de Willem de Zwijgerlaan om even te overleggen o.a. met Jan Koopen.
We zien hier echter ook een 'wat' verwilderde Jan de Vries mét baard 😊 (links)
Ook Jules Moy Thuk Shung is rechts te zien.
Kreidlerdatabase
Jan viel gegeven moment op, dat in sommige gevallen de drijfstang links of rechts tegen de krukwang aan ging lopen, er ontstond de verdenking, dat dit een kwestie van kwaliteit naaldlagers moest zijn.
Toen door het Luchtvaartlaboratorium A'dam een testwiel en een as laten maken, wat inderdaad liet zien, dat van de 10 naaldlagers maar 4 goed waren en in het midden op het Bigend bleven lopen.
Daarna was meer vermogen in dat opzicht geen probleem meer!
Kreidlerdatabase