Kreidler logo

Personen - Piet Plompen

Kreidlerdatabase

Recordmachines achter op een sigarendoos

Ruim 228 km/u met een borrelglas-pijl!

In 1977 rijpte bij Piet het gedurfde idee om het 50 cc wereldsnelheidsrecord, sinds 1965 op naam van de Duitser Rudolf Kunz op Kreidler, aan te vallen en uiteraard fors te verbeteren. Voor de Nederlandse record-Kreidler werd door Mahle een speciale zuiger ontwikkeld en Bosch had ondertussen de ontstekingsinstallatie voor het 15.000 t/min, draaiende motortje gemaakt.

De motor die ruim 20 (!) pk leverde, was verder voorzien van een elektrisch geschakelde acht-versnellingsbak en draaide op een alcoholmengsel. IJswater zorgde voor de koeling van het motorblok! Het PP team werkte acht maanden verbeten aan de raket op wielen, de Black Arrow. Het record wonder werd geheel in eigen beheer gemaakt, waarbij Piet krachtig ter zijde werd gestaan door framespecialist Jan van Tilburg en de medewerkers uit de plaatwerkerij van Plompen, André Greven en Leo de Ridder.

De raket kreeg zijn allereerste aanzien door een krabbel op de achterkant van een sigarendoos. Vervolgens werd op basis van die 'tekening' een houten mal gemaakt die overtrokken werd met gordijnstof. Toepassing van kalk en gips waren een volgende stap, met uiteindelijk de glasvezelmat en de polyester afwerking. In grote trekken leek de Black Arrow op de Kreidler record machine van concurrent Kunz, met dit belangrijke verschil, dat de Kreidler 100 kg woog en de Black Arrow slechts 63 kg op de weegschaal bracht.

De hoogte - 75 cm - was gelijk aan de NSU en Kreidler recordmachines, maar de lengte was 426 tegen 320 cm. De Nederlandse recordmotor was voorzien van een 'uitgerekt' plaatstalen (dikte 0,8 mm) monocoque-frame, waar de rijder voorovergebogen in lag.

Als versteviging was er een 'harmonica' in gepuntlast. Om deze verlengde machine met een wielbasis van 171 cm werd een aluminium buizenframe geconstrueerd dat als drager diende voor de polyester stroomlijnomhulling (en tevens veiligheidskooi voor de rijder). Het geraamte oogt groot, maar weegt dus opvallend weinig, samen met de achtervork slechts 5,2 kg. Het achterwiel had geen rem en in het voor-waar o.a. Itom coureur Pierre Kemperman mee reed. Overigens pas nadat Pierre lange tijd als testrijder gefungeerd had.
Pas het vijfde frame bleek, na talloze experimenten met de wielbasis, balhoofdshoek, lengte van de achtervork en de ophanging daarvan, aan de gestelde hoge eisen te voldoen. En uiteindelijk, nadat Pierre de gedenkwaardige woorden sprak: 'Hier kan je gewoon niet meer afvallen' was Plompen tevreden. Meer dan 100 fraai verchroomde frames voor Itom, Garelli, X/16, Kreidler, Honda, DKW, Guazzoni en Flandria verlieten zijn werkplaats. Daar liet hij het niet bij, want ook wondermooie plaatstalen racetanks en telescoopvoorvorken werden in eigen beheer vervaardigd en vonden hun weg in de 50 cc race wereld.

'Bos-uit' op Zandvoort fataal

Ook voor Piet Plompen kwam er een einde aan zijn race-carrière. Dat was op 10 april 1970. Toen 'stapte' hij, tijdens een training op het circuit van Zandvoort, Bos-uit komend als gevolg van een olievlek, op een ongebruikelijke manier van zijn motor af, dit keer een 125 cc Honda CR 93. Het beroerde en pijnlijke resultaat was een half jaar ziekenhuis om een verbrijzeld been op te knappen. Maar ja, dansen kun je altijd nog, al is het niet (meer) met de bruid. Dat betekende voor Piet sponsoring van o.a, Cees van Dongen en Jan Kostwinder. In 1975 besloot Plompen zich, naast het sponsoren van Alex George en de Fin Pen-tti Korhonen, te concentreren op de 50 cc klasse, en richtte hij Pee Pee Road Racing Team op. Later werd het, in verband met de sponsoring, NGK Road Racing Team genoemd en nóg weer later het NGK-SPARTA-team. In eigen beheer werden Kreidler blokken klaargemaakt. Het PP team reed altijd op gelikt uitziende machines en was gekleed in speciaal op maat vervaardigde raceteamoveralls. Men werd gesponsord door o.a. Zeeland's Roem en Castrol. De rijders waren Jan Bruins, Gerrit Strikker (beiden internationaal), Wïm van Rijswijk en Aad Roestenburg (beiden nationaal); vaste monteur was Herman van Tol. De coureurs behaalden vele podiumplaats, waaronder de vierde plaats van Gerrit Strikker in de Asser TT van 1975. Vooral dankzij de goede onderlinge samenwerking onder management van Piet Plompen.wiel werd een rem uit een Sparta snorfiets gemonteerd. Een geintje, want die was in een consumententest beoordeeld als gevaarlijk (je zou er mee over de kop kunnen slaan!). De banden waren van Dunlop. De Kreidler van de Duitsers ontwikkelde 15 pk bij 15 000 t/m, maar de Black Arrow moest meer dan 18 pk gaan leveren. Bij de vele door Plompen klaargemaakte cilinders zaten exemplaren met een bijzonder hoog piekvermogen, onbruikbaar voor de wegrace, maar ideaal voor een record! Met hulp van Frans van Manen (Esso) en Jan Smit, de technicus die de sprintmotoren voor Henk Vink bouwde, werd een speciale brandstof, op basis van methanol en nitromethaan, gebrouwen. Als finishing touch kwamen de namen van de onmisbare sponsors in goud breeduit op de blinkend zwarte stroomlijnomhulling te staan. Maandag 5 september 1977 was het dan eindelijk zover. Nu zou blijken of keihard doorzettingsvermogen, het overwinnen van vele moeilijkheden en geloof in eigen kunnen beloond zouden worden.

Recordpoging topgeheim!

De voorbereidingen waren geheim gehouden en pas 14 dagen tevoren werd de poging bekend gemaakt. Alles was organisatorisch (KNMV/FIM) via 'Mr. TT' Jaap Timmer geregeld. Wereldkampioen 50 cc 1974 Henk van Kessel zou de Black Arrow besturen.

Twee dagen waren uitgetrokken om op een vliegveld in het zuiden van het land de machine aan de tand te voelen. Wind tunnel testen waren er niet geweest, dus spanning volop. Ter vergelijking: Kunz verbleef voor zijn testritten vier maanden op de zoutvlakten in Utah; hij had een team van 28 academici en ingenieurs dat anderhalf jaar aan de recordmachine had gewerkt! Volgens FIM-bepalingen moest de gemiddelde snelheid over één km met twee runs worden gemeten en die moesten in tegengestelde richting binnen één uur worden gemaakt.

Was de windsnelheid meer dan 3 meter per seconde, dan was rijden niet toegestaan. De recordrit zelf zou plaatsvinden op de Rijksweg A 50 (Apeldoorn-Zwolle) in aanbouw. Na een paar proefritten bleek dat de apparatuur voor de tijdwaarneming van de KNMV niet goed werkte. Het lag aan de van 400 tot 1000 meter verlengde kabel. Later bleek een verplichte windmeter niet aanwezig te zijn. Die werd op een naburig vliegveld opgehaald door een enthousiaste helikopterpiloot. Eindelijk kon er dan 's avonds worden gereden, hoewel de omstandigheden door windstoten niet ideaal waren. Na overleg werd besloten toch maar op gewone handelsbenzine (en explo-sate) te rijden, Henk vleide zich languit in het projectiel, gaf gas en... kwam aan een gemiddelde snelheid van 217.1566 km/u. Het record was daarmee scherper gesteld.

Leuk, maar niet genoeg. De volgende dag, wanneer de weersomstandigheden - hopelijk - beter zouden zijn, wilde men proberen het record alsnog scherper te stellen. Dinsdag's werd met beter weer om 8.30 uur het kersverse record aan diggelen gereden met tijden van 16.7684 sec, (214.6895 km/u) en 15.7561 sec. (228.4829 km/u). Resultaat: een door de FIM gehomologeerd record op de vliegende kilometer van 221.5861 km/u! Loon naar werken dus voor een groepje dolenthousiaste mensen! De topsnelheid van de tweede run 228.4829 km/u is tot op de dag van vandaag niet overtroffen!
Volgens het weekblad Motor was Piet Plompen een dag na de record poging nog behoorlijk beduusd. Ook Henk van Kessel was zeer tevreden: 'Eigenlijk was er teveel wind en was het niet ongevaarlijk. Je moest zorgen voor voldoende uitwijkmogelijkheden, daarom reed ik ook midden op de weg. Ik kreeg enorme stoten van de wind te verwerken, waarbij de omhulling behoorlijk klapperde.'

Kreidlerdatabase

Nieuwe uitdaging

Een stel Nederlandse jongens met relatief geringe middelen overtrof met de Black Arrow recordmachine de financieel machtige NSU en Kreidler fabrieken in snelheid met een 50 ceeceetje! Een prestatie waar we tot op de dag van vandaag heel erg trots op kunnen zijn. Piet vond al rap nieuwe uitdagingen op zijn weg; zo werd in samenwerking met de Apeldoornse Sparta-fabriek een volbloed Nederlandse 50cc Sparta racemachine geconstrueerd.
En dat, gevoegd bij andere record pogingen van Piet Plompen en zijn team, o.a. met de bekende coureur Jan Huberts, zijn minstens zulke spannende verhalen. We komen erop terug.

Ruim 228 kilometer per uur!

Bron: Tijdschrift Bromfiets, 2006
Tekst: Wim Marijnis
Foto's: Archief Piet Plompen, Jan Heese, Johan Blom en Wim Marijnis